Focaccia
Wat heb je nodig?
250 g 00 bloem (De Cecco of ander merk)
150 g lauwwarm water
5 g droge gist
5 g suiker
5 g zout
30 g olijfolie
100 g aardappel
Eventueel oregano
Hoe maak je het?
Schil de aardappelen. Snijd in blokjes. Kook de aardappelen tot ze gaar zijn. Giet ze af. Pureer het goed. Ik gebruik een kleine blender of hakmolen want zo krijg je een gladde massa zonder klontjes.
Meng lauw warm water (liefst 40 C) met gist en suiker. Roer goed met een vork of lepel tot de gist goed is opgelost. Wacht tot er belletjes ontstaan op het oppervlakte. Dit kan 10 minuten duren.
Meng de bloem met het zout en oregano of andere kruiden naar keuze. Voeg olijfolie, puree en gistwater toe. Meng alles goed met een lepel tot één geheel. Bebloem je aanrecht. Stort het deeg op het aanrecht. Kneed dan verder met je handen voor ongeveer 2 minuten. Maak er nadien een bolletje van.
Het deeg plakt wat maar dat is normaal. Gouden tip : vet je handen wat in met olijfolie en kneed snel. Raak het deeg dus niet te lang aan. Voeg eventueel een klein beetje bloem toe tijdens het kneden, maar liefst niet te veel want anders wordt het brood harder.
Vet een grote kom in. Plaats het deeg in de kom. Leg er een propere handdoek over of plastic folie. Plaats op een warme plek (naast de verwarming bijvoorbeeld) zodat het 1 uur kan rijzen. Het deeg mag verdubbelen.
Vet een ovenschaal goed in met olijfolie. Stort het deeg erin. Doe wat olie over het deeg. Maak kuiltjes in het deeg met je vingers. Leg er olijven, tomaten of andere smaakmakers op. Plaats de handdoek over de ovenschaal en laat nu nog eens 20 minuten rijzen.
Verwarm de oven op 220 C (hete lucht). Plaats de ovenschaal in de oven en bak voor 20 minuten. Eenmaal klaar, haal je de focaccia uit de ovenschaal en laat je het verder afkoelen op een rooster. Wacht zeker 10 minuten of langer tot het beter is afgekoeld voor je het gaat aansnijden.